Waar helpt de POH GGZ bij? Antwoord: heel veel. In mijn geval helpt ze me bij wat druk van de ketel halen. De laatste tijd liep ik namelijk enorm over en dat werd steeds erger. 

Stressklachten

Oververmoeid, niets meer leuk vinden, maag- darmklachten, nachtmerries, zenuwtrekjes rondom mijn ogen, hartkloppingen, enorm emotioneel zijn. Dat zijn voor mij tekenen dat ik met teveel stress te maken heb. Normaliter lukte het me heel goed om rustiger aan te doen. Deze keer lukte me dat niet zo goed meer, want wat ik ook deed: de klachten bleven. Ik kwam er zelf helemaal niet meer uit en het de druk bleef oplopen. Toen ik op een punt dacht: ‘had ik maar een burn-out, dan had ik even pauze’, vond ik het tijd om aan de bel te trekken. Ik ging naar de huisarts, die me doorverwees naar de POH GGZ. Niet om de bron van het probleem aan te kunnen pakken – daarvoor sta ik immers op de wachtlijst voor schematherapie – maar om wat druk van de ketel te halen zodat ik niet richting burn-out zou gaan. Want tja, hoe wil ik die therapie gaan volgen als ik daarvoor terecht kom in een burn-out?

POH GGZ: waar helpt ze bij?

Dat is voor iedereen anders. Wat ze niet doen, is diagnoses stellen als ADHD, autisme, OCD, etc. Je ziet dat een POH GGZ vaak eerder plek heeft dan een psycholoog of ander soort GGZ instelling. Hierdoor kunnen ze helpen om de wachtlijst te overbruggen en ervoor zorgen dat je in die wachttijd niet helemaal wegglijdt. Mij helpt ze nu dus door praktisch mee te kijken: waar loop ik tegenaan en wat zijn kleine dingen die ik nu kan doen om het te verlichten? 

Plannen

Ik ben goed in plannen. Ja, ondanks ADHD. Plannen vind ik enorm fijn, want het geeft me overzicht en rust. Alleen de laatste tijd was ik die gewoonte kwijt. Ik gebruikte mijn agenda niet meer en propte mijn dagen veel te vol. Mijn hoofd kan niet goed onderscheid maken tussen iets wat écht belangrijk is en prioriteit heeft en iets dat kan wachten. Ik kwam er niet meer uit, maar om hulp vragen vond ik echt kanonnen moeilijk. Ik was er toch zo goed in? Waarom moet iemand dan meekijken? En daar zit de les. Ook al ben je ergens goed in, je mag er best hulp bij vragen. Dat is precies wat mijn POH voor me heeft gedaan. We hebben samen een blaadje gepakt en een weekplanning gemaakt die beter paste bij mijn batterijniveau

Hoe vol is je batterij?

We begonnen bij de maandag middag, want de rest van de dag hadden we natuurlijk al gehad (ik zat daar namelijk op maandag, voor context). Ik had die avond ballet op de planning staan en wist niet wanneer ik nou af mocht zeggen. ‘Wanneer is het geen aanstelleritis?’, vroeg ik haar. ‘Hoe vol is je batterij?’, gaf ze mij terug. ‘Nou, ik denk 25%’, zei ik, denkend dat dat nog best veel was. Ze keek mee even aan en antwoordde dat dat niet erg veel was. ‘Hoeveel energie krijg je van ballet? En hoeveel kost het koken, opruimen en omkleden je?’. Het antwoord was dat ik dan na ballet zó moe ben dat ik in min-energie zou komen. Dan is het ineens niet meer gezond. Die avond ging ik inderdaad niet naar ballet – iets wat ik heel moeilijk vond – en had de dag erna inderdaad meer energie. Hm, op je batterij letten werkt dus. 

Keuzes maken

Ook moest ik van haar keuzes maken: ‘ga je de was doen of de badkamer poetsen?’. ‘Allebei, toch?’, zei ik en ik wilde het opschrijven. Ze stopte me en vroeg me wat de rest van het weekend zou brengen. Ik zei: ‘oh, ja! Ik ga twee keer uit eten en wil ook nog wandelen’. ‘Is het dan slim om ál die klusjes te doen? De focus is nu om je batterij op te laden en die is al laag. Je moet wel energie hebben voor die etentjes, anders ga je weer op je reserves lopen’, zei de POH. Daar moest ik haar gelijk in geven. Samen besloten we dat ik de was zou doen dit weekend en losse spullen zou opruimen. De badkamer kwam een week later wel. Ik gaf wel toe dat ik dan bang was dat mijn vriend boos zou worden. ‘Is dat echt zo?’, vroeg ze me. ‘Nee, ik denk ergens ook wel dat hij het snapt’, gaf ik toe, ‘maar ik vind het wel moeilijk om dan zoveel minder te doen’. Door op de batterij-manier na te denken over mijn planning, vond ik het makkelijker om in te schatten wanneer ik wel en niet iets moest doen of laten. Ik maak op die manier een afweging over waar mijn energie naartoe gaat en of het dat waard is. 

Oepsies

Natuurlijk gaat dit niet in één keer goed. Vrijdag deed ik veel teveel en dat voelde ik ’s avonds wel. Rond een uur of 15:00 was ik eigenlijk al op en voelde ik ‘a-ha, dit is wat ze bedoelde met die batterij’. Wat ik vaker doe is nu inchecken bij mezelf met de vraag: ‘hoe vol is je batterij en wat heb je nog nodig de rest van de dag?’. Is de batterij 25% en moet ik kiezen tussen nóg een wasje doen en ophangen en vanavond een spelletje spelen, dan kies ik liever voor het spelletje. 3 wasjes is ook voldoende. Of nou, dat weet mijn rationele kant dan. Mijn emotionele, dwangevoelens kant wordt daar alsnog he-le-maal gek van. Het is vallen en opstaan. Dit zal niet de fundering van het probleem oplossen. Dat hoeft ook niet. Voor nu haalt dit de druk van de ketel en daar ben ik al echt mee geholpen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *