Wanneer zijn we nou eens ‘goed genoeg’? Veel te vaak betrap ik mezelf erop dat ik mezelf niet slim, lief, mooi, dun of productief genoeg vind, bijvoorbeeld. Afgelopen week heb ik me de kop lopen breken over waar dit vandaan komt. Even een spoiler: ik weet het ook niet.
Nou, misschien ook wel. Maar dan alleen voor mezelf. Ik kan niet bepalen of dit ook is waar het voor jou vandaan komt. Voor mij komt het namelijk vooral uit vergelijken met anderen en de goedkeuring willen van die ander. Waar ik bang voor ben is dat ik niet voldoe aan hun standaard en dus niet goed genoeg ben, waardoor ze me afwijzen. Nog banger ben ik voor de kans dat ik denk het goed te doen, maar finaal de plank missla en afgerekend word.
Toen ik eenmaal die conclusie voor mezelf getrokken had, begon ik na te denken over waar dit vandaan komt. Natuurlijk spelen sociale media -ja, media zijn meervoud – een grote rol. De hele godsganse dag zie je prachtige beelden voorbij komen van mensen: mooie tuinen, schilderijen en outfits. Make-up. Huizen. Handwerk. Noem het maar op. Zonder dat je het door hebt, ga je denken dat dit de standaard is. Daarna kijk je naar je eigen handwerkje: her en der mis je een steek. Het is niet mooi recht. Laat staan groot of tijdrovend. Je deed er maar een half uur over. Tja… is het dan net zo goed?
Wat in mijn geval ook meespeelt, is natuurlijk mijn ADHD. Die diagnose heb ik namelijk nog niet zo lang. 26 jaar lang heb ik rond gelopen met het gevoel ‘anders’ te zijn, maar niet wetende waarom. Altijd té gevoelig, té enthousiast, té aanwezig. Ik reageerde nooit zoals gewenst was. Ik deed altijd de dingen anders. Maar waarom wist ik niet, dat deed ik gewoon. Natuurlijk ga je dan hoe langer, hoe meer op je hoede zijn. Je wil niet weer uitgelachen en buitengesloten worden door je klasgenoten. Je wil niet weer niet mee mogen doen met spelletjes thuis want ‘jij gaat altijd huilen’. Woorden doen wel pijn. Afwijzende, onuitgesproken lichaamstaal nog meer.
In dit geval heb ik dus de keus: hierin blijven hangen, of ermee aan de slag. Je raadt nu natuurlijk dat ik erin blijf hange-… nee duh. Ik ga ermee aan de slag.
Het ding is namelijk dat iemand me ooit vertelde: ‘ze heeft nooit genoeg goedkeuring van buitenaf. Wat ik haar ook vertel over hoe goed ze het doet, hoeveel liefde ik er ook in stop. Het lijkt soms zo’n bodemloze put’. In eerste instantie had ik echt moeite om dit te horen. Want ik waardeerde complimenten en vond het toch oprecht fijn dat iemand mij goed genoeg vond? Hoezo ‘bodemloze put’?!
En toen viel het kwartje. Ik heb geen goedkeuring nodig van buitenaf. Ik heb goedkeuring nodig van mezelf. De angst om het niet goed te doen gaat niet weg doordat anderen me vertellen dat ik het goed doe of goed genoeg ben. Een volgende moment kan het wéér fout gaan dus je weet maar nooit (1!!1!!!!…) Hoppa. Angst terug. Neen. Ík moet geloven dat ik goed ben zoals mezelf en moet doen waar ík gelukkig van word. We zijn geen 8 meer en ik mag nu wel meespelen. . Er zijn genoeg mensen die mij goed vinden zoals ik ben.
En weet je wat? De kwaliteiten die ik heb, juist omdat ik ‘anders’ ben, die heeft een ander niet. Die maken mij speciaal. Het zorgt ervoor dat ik opval en bijzonder ben. Dat is een voordeel. Door op deze manier te denken in plaats van in angst, voel ik me iedere dag weer een beetje meer ‘goed genoeg’. Natuurlijk zijn die angstgedachten niet weg. Wie weet gaan ze ook nooit meer weg. Maar er zijn wel steeds meer momenten waarop ik kan omdenken. So what als het eens fout gaat? Dan leren we van de fouten. So what als iemand je niet aardig vindt? Er zijn genoeg anderen die dat wel vinden.
Ik ben goed zoals ik ben. En dat is zo. Dat blijft zo. Dat was altijd al zo.
En surprise. Jij ook.
Oh Lorin,
Deze komt binnen. En je slaat de hamer keihard recht op de kop. “Ik heb goedkeuring nodig van mezelf.” Dat is voor mij het allermoeilijkste. Dank dat je me hier weer even van bewust maakt. 🩷
Liefs, Nienke