Iets langer dan een jaar geleden kreeg ik dan eindelijk mijn diagnose ADHD. Op dat moment voelde ik vooral veel opluchting, want ik was al die jaren niet gek geweest. Daarna kreeg ik groepstherapie en probeerde ik ADHD-medicijnen uit. Maar wat merk ik nu, een jaar later?
Minder paniekaanvallen
Dit is het grootste verschil. Voor mijn diagnose had ik regelmatig (lees: elke dag) wel paniek. Van grote paniekaanvallen tot overgeven aan toe, tot even kort een verhoogde hartslag en wat paniekerig onderbuikgevoel. Desalniettemin, elke dag was het wel raak. Ik had geen energie en stond vol op standje overleven. Niet heel fijn. Het kwam toen zelfs tot het punt waarop ik vroeg om kalmerende medicijnen, want het lukte me zelf gewoon niet meer. Om een lang verhaal kort te maken: ik kreeg die, daarna ADHD-medicijnen en toen zakte ze eindelijk. Ik wil niet zeggen dat ik nu nooit meer paniek ervaar. Wekelijks heb ik wel een momentje waarop ik het weer voel opbouwen, maar vaak blijft het daarbij. Ik ben nu in staat om het weg te laten ebben. En dat heeft zeker te maken met die ADHD-diagnose.
Meer zelfbegrip
Dat die paniekaanvallen bijna weg zijn, heeft zeker te maken met meer begrip voor mezelf. Ik snap veel beter hoe ik werk en waarin ik ‘anders’ ben dan wat de maatschappij van mij verwacht. Zo weet ik dat ik een kapot gevoelig zenuwstelsel heb, waardoor ik gewoon niet net zoveel energie heb als andere mensen. Ook weet ik nu dat ik inderdaad een goed stel hersens heb, maar dat die niet zo snel werkt als ik zou willen. Een snelle computer, maar niet zoveel werkgeheugen. Dat werkgeheugen zit dan ook nog eens vol met allemaal andere dingen die niets met het moment te maken hebben. Leg je mij dus iets uit? Dan kan het best zijn dat ik er langer over doe om iets te onthouden. Soms moet ik iets vaker herhalen dan de rest, om het te kunnen reproduceren. Ook als je me een vraag stelt: ik weet het antwoord wel, maar ik doe er gewoon even over.
Vroeger was niets beter
Voor mij was vroeger – pre-ADHD diagnose – niets beter eigenlijk. Ik stond 24/7 op standje overleven. Niets leuks aan. Ik pushte mezelf en leefde vanuit onzekerheid. Nu voel ik me nog steeds onzeker, maar ben ik niet meer aan het overleven. In 2025 ga ik dan ook opnieuw in therapie, want ook met die zelfkennis is niet alles opgelost voor me. Ik ga nog steeds wel gebukt onder zware onzekerheid en een vorm van dwangmatigheid die me meer vermoeid dan nodig is. Vind ik dat verdrietig of vervelend? Dat ik in therapie moet niet. Dat ik er zo lang mee heb moeten leven zonder het te beseffen wel. Het vervelendste vind ik nog wel dat ik me nu bewust ben van dingen, maar nog niet de handvaten heb om er iets mee te doen. Ik weet niet beter en het is niet fijn, maar ik weet ook niet hoe anders. Ja, ik heb gewoon hulp nodig.
2025
Was de ADHD diagnose het waard?
Volmondig ja. Is het zwaar om ineens zoiets te moeten accepteren? Ook ja. En is er nog een weg te gaan? Oh, ook ja. Maar heb ik spijt? Nee. Altijd als iemand me vraagt: ‘Lorin, is het het waard om zo’n diagnose te laten stellen? Ik denk dat ik ADHD heb, maar ik twijfel of ik dat label wel wil’, dan zeg ik dat je het voor jezelf moet doen. Het label heb je niet voor een ander. Die heb je niet zodat een ander weet dat die zich moet aanpassen aan jou. Nee, zo’n label heb je voor jezelf. Zodat jij weet hoe je jezelf moet helpen en jezelf beter leert kennen. Zodat je om de juiste hulp kan vragen. Als ik terugkijk op mijn jaar met diagnose vs. de tijd ervoor, dan zeg ik dat het het helemaal waard is. Lastig, maar 100% alle moeite waard.